De illusie van controle

Controle kunnen we omschrijven als het onder de knie hebben van een expertise of het beheersen van bepaalde processen die door middel van ons eigen handelen en beslissingen de gewenste uitwerking heeft. Dit is ook hoe de Dikke van Daele het min of meer omschrijft. Het gevoel van het onder controle hebben biedt gemoedsrust en veiligheid dat men het in de hand heeft. Men moet zich echter de vraag stellen of dit gevoel geen vals gevoel is.

Wanneer een management dagen en uren spendeert aan een model om de productiviteit en het welzijn van de werknemer te verhogen dit op een personeelsvergadering uiteenzet botst hij op een muur van weerstand. Hij dacht alles onder controle te hebben en met het welzijn te verhogen zou scoren, krijgt hij het tegenovergestelde effect. Een mens is een gewoontedier en voelt zich veilig in de routine van het dagdagelijkse. Wanneer aan die routine geraakt, wordt aan de veiligheid geraakt en schieten mensen spontaan in weerstand. Hij verliest de controle over de situatie en blijft even perplex aan de grond genageld. Hij vraagt zich in een tel van een seconde af wat er gebeurt en waarom dit gebeurd.

Wanneer de andere partij niet volgt in hetgeen gepresenteerd wordt, wordt er teveel stilgestaan bij de weigering en veel minder of niet naar de achtergrond van het niet volgen van wat verteld wordt. Nochtans ligt het antwoord bij de illusie van alles te hebben doordacht. Als de manager voorbijgaat aan het feit dat ondanks hij het plan binnenste buiten gedraaid heeft en alle pijnpunten opgelost heeft, dit toch niet anders kan dan positief onthaald worden. Maar als hij hier niet transparant is geweest en bepaalde zaken af getoetst heeft bij de mensen om wie het gaat, voelen deze laatste zich gepasseerd en niet gehoord. Ook al heeft de manager het dan bij het rechte eind, de weerstand zal tijd nodig hebben om weg te ebben. Vandaar dat veel organisatie ervoor opteren om Bottom up te werken. Dit vergt meer tijd, maar worden besluiten ook beter gedragen en uitgevoerd.

Wanneer men botst op weerstand is het in eerste instantie de taak om goed te gaan luisteren. Ten slotte hebben we slechts een mond en twee oren, dus dubbel zoveel luisteren als zelf het woord nemen. Hier brengt de andere partij heel veel materiaal aan vanuit zijn denkkader waar je met de juiste argumentatie dan kan een dialoog starten door het in vraag stellen. Zeker als de balans van gelijkwaardigheid de kant van de gesprekspartner doorhangt en je gesprekspartner het gevoel heeft het gesprek onder controle te houden. Het is dan voldoende om zijn/haar standpunt aan kritische vragen te gaan aftoetsen. Heeft hij/zij met alle aspecten rekening gehouden? En als dit zo al is, is het ok om te verschillen van mening. Heel vaak wordt het gevoel opgewekt dat men het pleit gewonnen heeft als men een ander kan overtuigen, maar zit de ander dan wel met een wrang gevoel van een verlieservaring. Terwijl je het in vraag stellen van het standpunt je de mogelijkheid biedt dat de ander zich gehoord voelt en het gevoel serieus genomen te worden. Het is aan de ander dan de keuze om zijn standpunt te behouden of aan te passen. Dan heeft de boodschapper een goed gevoel dat hij zijn boodschap goed verdedigd heeft en de ontvanger heeft de winstervaring van een inzicht rijker te zijn. Dus een win/win situatie.

Je zou je kunnen afvragen waarom ik dit alles deel in een blog en wil overtuigen van de werkbaarheid van deze gespreksstrategie. Het heeft mij in ieder geval al in verschillende gesprekken de winst opgeleverd van mensen bepaalde inzichten bij te brengen en bij andere gesprekken mijn eigen standpunten in vraag te stellen en mijn mening te herzien en het mij inzichten oplevert. Zoals gezegd steeds een win ervaring als we maar bereid zijn uit de comfortzone van de controle te durven stappen en met respect voor de andere partij een dialoog aangaan. Ga ermee aan de slag en laat me weten wat jullie ervaring is.